Goed
schieten lukt alleen als je steeds op dezelfde wijze het schot uitvoert.
Dat vraagt een maximale concentratie. Alleen dan kan lichaam en geest optimaal
worden aangestuurd.
Natuurlijk vergt het ook veel oefening voordat een goede houding vanzelfsprekend
is en voordat de boog steeds perfect kan worden bediend. Training zal ook
de benodigde spierkracht verzorgen ofschoon spierkracht ondergeschikt is
aan de techniek op zich.
Om een pijl goed te schieten is het belangrijk dat je stabiel en stevig
rechtop te staat.
Ook moet de boogarm en trekhand in horizontale positie staan op het moment
van het schot.
Verticale lijn:
De verticale lijn is de basis van de schiettechniek.
Zonder goede basis geen goed schot.
De basis voor een goede verticale lijn is:
- de stand van de voeten,
- stevig en stabiel rechtop staan.
De stand van de voeten:
- de voeten aan beide kanten van de schietlijn,
- de voeten op heupbreedte in lichte spreidstand,
- de boogschouder in de richting van het doel,
- de schutter kijkt in eerste instantie in een lijn loodrecht op de schietrichting.
Stevig en stabiel rechtop staan:
- belangrijk is dat het zwaartepunt zich tussen beide voeten bevindt,
- men moet "actief ontspannen" rechtop staan,
- beide voeten moeten de zelfde druk hebben,
- dus niet op één been gaan staan,
- schouders, heupen en voeten in in een vlak boven elkaar,
- de rug recht, maar niet gestrekt,
- het hoofd recht op de romp.
Horizontale lijn:
Op de verticale lijn wordt de horizontale lijn van booghand, boogschouder,
trekschouder, trekelleboog en trekhand opgebouwd.
Belangrijk bij de horizontale lijn is:
- het plaatsen van de booghand,
- het plaatsen van de vingers om de pees,
- het opzetten van de boog,
- het uittrekken van de boog,
- het ankeren,
- het vasthouden en richten,
- het uitlijnen,
- het buigend lossen,
- het narichten.
Het plaatsen van de booghand:
- de booghand moet men zo hoog mogelijk in de grip plaatsen,
- de booghand moet open zijn. Dus niet de boog vasthouden,
- de vingers van de booghand moeten ontspannen zijn.
Het plaatsen van de vingers om de pees:
- de wijsvinger wordt boven, midden en ringvinger worden onder de pijl om
de pees gehaakt,
- de boog wordt een klein beetje uitgetrokken.
De trekhand is ontspannen.Het hoofd van de schutter draait naar het blazoen
toe. Het oog waar de schutter tijdens het schieten niet mee kijkt, kan dicht
gemaakt worden. De schutter kijkt naar de roos van het blazoen.
Het opzetten van de boog:
- de boog wordt via een scheppende beweging opgezet (= opgetild),
- het vizier wordt op het doel geplaatst,
- de booghand houdt hierbij druk op de grip,
- de boogelleboog is actief ontspannen en een beetje van de boog weggedraaid,
- de boogschouder komt op de romp te rusten.
Het uittrekken van de boog:
- de pees wordt in een rechte lijn naar achteren getrokken,
- de spanning moet vloeiend worden opgebouwd,
- het vizier blijft op het geel staan.
Het ankeren:
- het uitrekken van de boog gaat door tot aan het ankerpunt,
- pees tegen kin en neus,
- de tab onder tegen de kaak met de knokkels recht,
- vanaf het ankerpunt hoeft de boog nog maar een heel klein beetje te worden
uitgetrokken.
Het vasthouden en richten:
- als men geankerd staat houdt men de pees vast tegen de kin en de neus,
- de schouderbladen worden bij elkaar gehouden,
- zonodig kan er nog gericht worden.
Het uitlijnen:
- lijn de pees uit naast het rondje van het vizier en het bevestigingsstangetje
van de korrel.
Het buigend lossen:
- de trekhand blijft in een vloeiende beweging naar achteren gaan. De vingers
gaan vanzelf open,
- op het moment van lossen dient de booghand, de trekhand en de trekelleboog
in één lijn te zijn.
Het narichten:
- blijf nog even in de schiethouding staan en kijk door het vizier naar
het geel,
- hierdoor wordt het schot goed afgewerkt. Op deze manier breng je rust
in het schot.
(veel
van deze pagina is overgenomen van de site van de Bosjagers uit Best)
http://www.bosjagers.tk/ ........
bosjagers.best@hccnet.nl